Serinus flaviventris  

IBC-Link   Zang   IUCN-Redlist    Birdlife-Link

Geelbuik cini

Crithagra flaviventris (Serinus flaviventris)

Geografische verspreiding en biotoop

Crithagra flaviventris wordt aangetroffen in het westen van Zuid Afrika, in het bijzonder de Kaapprovincie, Oranje Vrijstaat, West-Transvaal, Namibië en Botswana. Meestal wordt de Geelbuik cini waargenomen in droge, beboste gebieden waar ook water te vinden is. Er wordt gemeld dat deze cini’s zich in onze zomermaanden – de winterperiode in het zuiden van Afrika – in groepen verzamelen en rondtrekken. Het nest met twee tot vier eieren wordt vaak op lage hoogte gevonden. De periode waarin de nesten in de natuur gevonden verschilt per leefgebied; van augustus tot april.

Grootte: 13-14 cm

Geslachtsonderscheid en ondersoorten

Bij de Geelbuik cini is het geslacht van vogels ouder dan 4 tot 5 maanden aan het uiterlijk vast te stellen. De mannen hebben een volledig gele buik, een brede, gele band boven de snavel die tot ver in de nek doorloopt. De man heeft een groengeel rugdek. De koptekening, met zwarte baardstrepen, is krachtig. De pop heeft een vaalgrijze borstkleur en dito oogstreep. Bij jonge vogels is het geslachtsonderscheid vaak direct na het uitvliegen te zien; jonge mannen zijn minder grijs van kleur dan jonge poppen. De nominaatvorm C. flaviventris flaviventris komt voor in de Kaapprovincie en het uiterste zuiden van Namibië. C. f. marshalli komt uit Oranje Vrijstaat, Lesotho en zuidwest Transvaal. Bij deze ondersoort toont de man meer bestreping op de rug. C. f. guillarmodi is met 14 cm de grootste ondersoort. Ook meer bestreept en donkerder van kleur op het dek dan de nominaat. De man van C. f. damarensis van Namibië, Botswana en het noorden van de Kaapprovincie toont het meeste geel terwijl de pop het lichtst van kleur is en iets bestreping op de borst laat zien.

Bijzonderheden

Het is bekend dat de Geelbuik cini een gemakkelijk te houden vogel is. Niet agressief. Dit gedrag kan veranderen tijdens de kweekperiode en als de vogels in kweekkonditie komen. Goede kweekresultaten zijn te behalen als de vogels paarsgewijs in een ruime kweekkooi gehouden worden. In het najaar, de winter en het vroege voorjaar kunnen Geelbuik cini’s in kweekkonditie zijn. Dat is te horen aan de zang van de man. Houdt er rekening mee dat de Geelbuik cini bij voorkeur broedt in de periode dat het in West-Europa najaar, winter of nog vroeg in het voorjaar is en is de kweekruimte licht te verwarmen, dan kweken deze vogels gemakkelijk. Bij meerdere kwekers is ervaren dat de poppen helaas de eieren in een ‘kaal’ kokosnest leggen zonder zelf een nest te maken, ondanks het feit dat een zeer ruime keuze aan nestmaterialen aangeboden wordt. De ruiperiode kan op verschillende tijden in het jaar zijn en verloopt minder intensief als bij bijvoorbeeld de enkele Europese cinisoorten.
Ringmaat Nederland 2,7 mm.

(15-10-2019)

 
 

Serinus-Society maakt gebruik van cookies om deze website beter te laten werken en om het websitebezoek te analyseren.